Visie 2025
2.2 Visie 2025
In de afgelopen twee jaar heb ik mijn rol als docent in het mbo verder ontwikkeld en verdiept. Waar ik in het begin vooral mijn praktijkervaring uit de bouw meenam naar het klaslokaal, heb ik in de loop van de tijd geleerd om dat vakmanschap te verbinden met de pedagogische en didactische aspecten van het beroep. Die ontwikkeling is voor mij een proces geweest van bewustwording, reflectie en groei.
Eerst dacht ik vooral vanuit de inhoud van het vak: ik wilde studenten leren hoe iets moest worden uitgevoerd en waarom dat technisch gezien de beste oplossing was. Gaandeweg ontdekte ik dat goed onderwijs veel meer omvat dan het overdragen van kennis. Het gaat om begeleiden, motiveren en aansluiten bij de leefwereld van studenten. Literatuur zoals De zes rollen van de docent (Slooter, 2018) en Het handboek voor de docent (Kralingen, 2023) hielp mij om mijn rol als docent beter te begrijpen. Ik leerde mijn handelen te plaatsen binnen een breder professioneel kader en bewuster te kijken naar mijn eigen keuzes in de les.
Door het observeren van collega’s, het ontvangen en verwerken van feedback en het ontwerpen van lessen op basis van het Didactisch Analyse (DA)-model van Leon van Gelder (Van Gelder, 1971, zoals geciteerd in Geerts & Van Kralingen, 2023) , heb ik mijn onderwijs steeds meer vanuit een doordachte didactische visie leren vormgeven. Waar ik in het begin vooral handelde op gevoel en ervaring, werk ik nu vanuit bewuste keuzes: wat wil ik dat studenten leren, hoe bereiken we dat samen en hoe weet ik of dit is gelukt?
Wat mij drijft in het onderwijs, is het begeleiden van studenten in hun groei tot vakmensen. Veel mbo-studenten in de bouw hebben nog weinig praktijkervaring of twijfelen over hun studiekeuze. Zij worden geconfronteerd met veel nieuwe, soms abstracte kennis. Ik zie het als mijn taak om de brug te slaan tussen theorie en praktijk, tussen weten en doen. Dat vraagt om uitleg, maar ook om verbeelding, betrokkenheid en geduld.
In mijn lessen streef ik naar activerend en betekenisvol onderwijs. Ik merk dat studenten het meest leren wanneer ze zelf ontdekken, proberen en reflecteren. Daarom werk ik met afwisselende werkvormen zoals tekenlessen, groepsopdrachten en presentaties, waarin praktijkvoorbeelden van studenten zelf een centrale rol spelen. Ik probeer een balans te vinden tussen structuur en flexibiliteit: mijn lessen hebben een duidelijke opbouw, maar ik speel in op wat er in de groep gebeurt.
Een concreet voorbeeld daarvan is een moment waarop ik tijdens een presentatie merkte dat de aandacht begon af te nemen. In plaats van mijn oorspronkelijke plan te volgen, besloot ik over te schakelen naar een actieve werkvorm. Ik liet studenten in groepjes een onderwerp verder uitdiepen en toelichten. Dat zorgde niet alleen voor hernieuwde aandacht, maar ook voor meer eigenaarschap: studenten werden medeverantwoordelijk voor het leerproces en leerden van elkaar. Ook het bespreken van digitale portfolio’s, met foto’s en ervaringen van hun stage, levert vaak waardevolle gesprekken op over vakmanschap, trots en beroepshouding.
Door deze ervaringen heb ik mijn visie op onderwijs verder aangescherpt. Ik geloof dat goed onderwijs ontstaat op het snijvlak van vakmanschap, betrokkenheid en reflectie. Als docent wil ik niet alleen kennis overdragen, maar vooral studenten helpen om betekenis te geven aan wat ze leren. Dat betekent dat ik ruimte geef aan fouten, nieuwsgierigheid en eigen initiatief. De mbo-student vraagt om inlevingsvermogen, maatwerk en improvisatievermogen — eigenschappen die ik herken uit mijn werk in de bouw, maar die ik nu op een andere manier inzet in het klaslokaal.
Sinds mijn start ben ik warm ontvangen binnen het onderwijsteam. De collegiale sfeer, de open gesprekken, de coachende gesprekken van Marion Veldkamp en de gezamenlijke ambitie hebben mij geholpen om te groeien en te reflecteren op mijn eigen rol. Door samen lessen te ontwerpen, elkaar te observeren en ervaringen te delen, heb ik geleerd hoe waardevol samenwerking is binnen het onderwijs.
Terugkijkend op de afgelopen twee jaar zie ik dat ik ben gegroeid van een vakman die kennis wilde overdragen naar een docent die bewust begeleidt, reflecteert en inspireert. Mijn doel is om een goede en gewaardeerde docent te zijn — iemand die studenten uitdaagt, ondersteunt en vertrouwen geeft in hun eigen ontwikkeling.
Voor de komende periode wil ik mij blijven professionaliseren op pedagogisch en didactisch gebied. Ik wil mijn kennis over differentiatie, formatieve evaluatie en coachend begeleiden verder verdiepen. Het mbo biedt daarvoor prachtige mogelijkheden. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om die kansen te benutten — in het belang van mijn studenten, mijn team en het vak dat ik met zoveel passie wil overdragen.