Ik als professional

5.4 Ik als professional

5.4.1 Inleiding

Als professional zie ik mijzelf als een lerende docent die voortdurend in ontwikkeling is — in vak inhoud, didactiek, pedagogiek en samenwerking met collega’s. Professionaliteit betekent voor mij dat ik mijn werk op een bewuste, verantwoordelijke en reflectieve manier uitvoer, waarbij ik mij inzet voor de kwaliteit van het onderwijs én voor de groei van mijn studenten en collega’s.

Binnen MBO Amersfoort werk ik in het onderwijsteam Bouw, waar samenwerking, kennisdeling en collegiale betrokkenheid centraal staan. Sinds mijn start als docent heb ik geleerd dat goed onderwijs een teaminspanning is. Mijn professionalisering is dan ook niet los te zien van de samenwerking met collega’s, werkveldpartners en studenten.

Ik ben gegroeid van een uitvoerende rol naar een proactieve, onderzoekende en samenwerkende docent die verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen ontwikkeling én bijdraagt aan de professionele cultuur binnen het team.

 

5.4.2 Mijn ontwikkeling als professional

Mijn ontwikkeling als professional heeft zich op verschillende niveaus voltrokken:

  1. Persoonlijk professioneel handelen: ik reflecteer structureel op mijn eigen lessen en vraag actief feedback van collega’s en studenten.
  2. Teamgericht werken: ik neem deel aan teamvergaderingen, ontwikkelprojecten, intervisiegesprekken en draag bij aan de begeleiding en werkverdeling binnen het onderwijsteam Bouw.
  3. Onderwijsontwikkeling: ik ben binnen ons team verantwoordelijk voor het curriculum en het examendiplomaplan. Dit wordt actueel gehouden aan de hand van het kwalificatiedossier Bouw & Infra, zodat de inhoud aansluit bij de beroepspraktijk.
  4. Lerende houding: ik volg de opleiding voor het Pedagogisch Didactisch Getuigschrift (PDG) en maak gebruik van trainingen en workshops op technologisch gebied. Daarnaast ben ik op 22 mei 2025 naar het “Deep Dive Congres voor het mbo” geweest, waar ik drie lezingen heb gevolgd.

Deze ontwikkeling heeft mijn zelfvertrouwen vergroot en mijn visie aangescherpt: goed onderwijs ontstaat door samenwerking, reflectie en voortdurende afstemming tussen praktijk en theorie.

 

5.4.3 STARR-voorbeelden van mijn professionele handelen

In het mbo wordt vaak gebruikgemaakt van de STARR-methode als praktische invulling van systematisch reflecteren, zoals beschreven door Van Ettekoven (2023).

Voorbeeld 1 – Collegiale lesobservatie en feedback

Situatie:
In het kader van het PDG-traject nam ik deel aan een traject van collegiale lesobservaties binnen het kernteam Bouw. Een collega observeerde mijn les over dakvormen.

Taak:
Mijn doel was om mijn instructiestijl en klassendynamiek te verbeteren, met name de balans tussen uitleg en actieve werkvormen.

Actie:
Na de observatie voerden we een feedbackgesprek aan de hand van het Vier-ogenmodel: observeren, benoemen, bespreken en verbeteren. De collega benoemde dat mijn uitleg duidelijk was, maar dat studenten tijdens de uitleg passief waren. Samen ontwierpen we een aangepaste les waarin studenten tijdens de uitleg opdrachten uitvoerden (bijvoorbeeld: “schets het dak dat ik net heb uitgelegd”).

Resultaat:
Tijdens de volgende les waren studenten actiever betrokken. De sfeer was energieker en ik merkte dat studenten de uitleg beter onthielden.

Reflectie:
Door feedback te ontvangen en te verwerken, groeide mijn bewustzijn van mijn eigen lesstijl. Ik leerde dat professionaliteit betekent dat je jezelf kwetsbaar opstelt en openstaat voor groei.

(Bewijsstuk: Bijl. 16 Verbeterd lesplan dakvormen , Bijl. 05 Lesbezoek Marion Veldman)

 

Voorbeeld 2 – Teamontwikkeling: vernieuwing van het curriculum

Situatie:
Binnen het onderwijsteam Bouw merkte ik dat het bestaande curriculum niet meer optimaal aansloot op de veranderende lesmethoden en de actuele beroepspraktijk. Dit vormde aanleiding om het curriculum te herzien en beter te laten aansluiten op de leerdoelen en het kwalificatiedossier.

Taak:
Ik kreeg de opdracht om, samen met collega’s, het curriculum voor de eerstejaarsstudenten te optimaliseren. Mijn specifieke rol lag bij het meedenken over de inhoudelijke opbouw, het afstemmen van het lesmateriaal op het kwalificatiedossier en het verzorgen van de afstemming met roostermakers.

Actie:
Binnen de School voor Techniek werken verschillende collega’s aan curriculumontwikkeling binnen hun eigen onderwijsteam. In dit traject heb ik actief deelgenomen aan werksessies waarin we leerdoelen, leerlijnen en toets momenten op elkaar hebben afgestemd. Ik heb bijgedragen aan het selecteren van passend lesmateriaal en het overzichtelijk plannen van de onderwijsperiodes. Door regelmatig overleg met docenten en roostermakers konden we knelpunten tijdig signaleren en oplossen.

Resultaat:
Het vernieuwde curriculum is positief ontvangen door de betrokken teams. Docenten ervaren meer samenhang tussen de lessen, en roostermakers geven aan dat de planning duidelijker en efficiënter is geworden. Het team heeft besloten om deze werkwijze structureel in te bedden in de onderwijsplanning, zodat de kwaliteit en actualiteit van het curriculum geborgd blijven.

Reflectie:
Door aan dit project deel te nemen heb ik ervaren hoe waardevol samenwerking binnen een onderwijsteam is. Ik heb geleerd om mijn ideeën over onderwijsontwikkeling te delen, feedback te ontvangen en gezamenlijk tot verbeteringen te komen. Deze ervaring heeft mijn gevoel van eigenaarschap over het onderwijs versterkt en mijn professionele identiteit als docent verder ontwikkeld.

(Bewijsstuk: Bijl. 17 Aktielijst Curriculum, Bijl. 18 Kwalificatie dossier bouw-infra

 

Voorbeeld 3 – Professionele samenwerking met het werkveld

Situatie:
Tijdens de beroepspraktijkvorming (BPV) bij een aannemer kwam uit gesprekken met studenten en leermeesters naar voren dat sommige studenten moeite hadden met hun werkhouding en communicatie op de bouwplaats. Dit beïnvloedde soms de samenwerking met collega’s en de beoordeling van hun leerprestaties in de praktijk.

Taak:
Ik wilde de verbinding tussen school en praktijk versterken en samen met het werkveld zoeken naar manieren om studenten beter voor te bereiden op professioneel gedrag in de beroepspraktijk.

Actie:
Ik organiseerde een werkveldoverleg met leermeesters, BPV-begeleiders en collega’s. Tijdens dit overleg bespraken we wat bedrijven verwachten van studenten en welke vaardigheden nog extra aandacht vragen.
Op basis van deze input ontwikkelde ik samen met het onderwijsteam een korte les “Werkhouding en communicatie op de bouwplaats”. Deze les behandelen we regelmatig met studenten voorafgaand aan hun BPV-periode, waarbij praktijkvoorbeelden worden besproken en studenten reflecteren op hun eigen houding en communicatieve vaardigheden.

Resultaat:
Zowel bedrijven als studenten reageerden positief. De lessen zorgen voor een betere voorbereiding en er zijn merkbaar minder signalen over onvoldoende communicatie of inzet. Leermeesters gaven aan “duidelijk verschil te merken in houding en gedrag” bij studenten die de les hebben gevolgd. Ook binnen het onderwijsteam wordt deze aanpak nu als vast onderdeel van de BPV-voorbereiding ingezet.

Reflectie:
Deze ervaring liet mij zien dat professioneel handelen verder reikt dan het klaslokaal. Door structureel samen te werken met het werkveld draag ik bij aan realistisch, toekomstgericht mbo-onderwijs. Ik heb geleerd hoe waardevol het is om signalen uit de praktijk te vertalen naar onderwijsverbetering. Het heeft mijn bewustzijn vergroot dat samenwerking met leerbedrijven niet alleen ondersteunend is aan de BPV, maar een essentieel onderdeel vormt van mijn rol als docent.

(Bewijsstuk: Bijl. 19 Verslag leermeester bijeenkomst, Bijl. 20 P.P. Houding en gedrag)

 

5.4.4 Theoretische onderbouwing

Mijn professionele ontwikkeling sluit aan bij inzichten uit de literatuur over effectief leren en docentprofessionalisering. Volgens Ettekoven & Ettekoven (2021) ontstaat professioneel leren door cyclisch te reflecteren op het eigen handelen en dit voortdurend bij te stellen. De Wilde & Tissen (2023) benadrukken dat een docent zijn professionele identiteit ontwikkelt in interactie met anderen; leren is daarmee ook een sociaal proces. Kralingen et al. (2023) en Van Lanen (2024) beschrijven dat samenwerking, feedback en praktijkonderzoek bijdragen aan een lerende organisatie waarin docenten systematisch hun onderwijs verbeteren. Slooter (2023) laat zien dat de leraar verschillende professionele rollen vervult – als didacticus, ontwerper, begeleider en samenwerker – wat mij helpt bewust te handelen in uiteenlopende situaties. Deze inzichten versterken mijn overtuiging dat professionaliteit ontstaat door reflectie, samenwerking en onderzoekend handelen: mijn groei als docent draagt bij aan beter onderwijs en aan de ontwikkeling van mijn studenten.

 

5.4.5 Reflectie en opbrengst

Als professional heb ik geleerd om bewuster, planmatiger en reflectiever te handelen. Ik neem verantwoordelijkheid voor mijn eigen ontwikkeling, vraag actief feedback en draag bij aan een cultuur van samenwerking en leren binnen het team.

Opbrengsten:

  • Meer inzicht in mijn sterke en ontwikkelpunten als docent;
  • Een groeiende bereidheid om feedback te ontvangen en te geven;
  • Ervaring in onderwijsontwikkeling en teamleren;
  • Een sterkere verbinding tussen school en praktijk;
  • En een duidelijker professioneel zelfbeeld.

Collega’s waarderen mijn betrokkenheid en praktijkervaring, studenten ervaren mij als een “duidelijke maar toegankelijke docent”, en het werkveld ziet mij als een betrouwbare partner.

5.4.6 Toekomstgerichtheid:

Ik blijf mij als professional ontwikkelen door:

  • Deel te nemen aan vakinhoudelijke en pedagogisch-didactische scholingen;
  • Actief bij te dragen aan teamontwikkeling en kwaliteitszorg binnen het onderwijsteam Bouw;
  • Mijn expertise op het gebied van duurzaam en circulair bouwen te delen met collega’s;
  • En mijn rol als BPV-coördinator verder te versterken.

Daarnaast wil ik mijn reflectieve vaardigheden verder verdiepen door systematisch lesobservaties te plannen en collega’s te coachen. Op die manier blijf ik leren — niet alleen van trainingen, maar vooral van de praktijk zelf.

 

5.4.7 Koppeling met filmfragmenten

Bij dit hoofdstuk horen twee korte filmfragmenten waarin mijn professionele handelen zichtbaar wordt:

  • Start van een praktijkles: opbouw en uitleg van doelen, waarbij ik structuur en veiligheid creëer.
  • Begeleiding van groepsopdracht: activerende werkvorm, samenwerking en coaching.
  • Afsluiting en reflectiegesprek: studenten geven feedback, ik koppel terug en bespreek leerpunten.

In de film is zichtbaar hoe ik vak inhoud, didactiek en pedagogiek combineer in mijn lespraktijk en hoe ik interactie inzet om leren te stimuleren.

(bewijsstuk: Bijl. 21 Filmfragment 29-10-2025, Bijl. 22 Filmfragment Pitch Lessenserie

    5.4.8 Conclusie

    Als professional combineer ik mijn vakkennis, didactisch inzicht en pedagogische vaardigheden met een reflectieve, samenwerkende houding. Ik zie mijzelf als een docent die blijvend leert, openstaat voor feedback en actief bijdraagt aan de ontwikkeling van zijn studenten, zijn team en het mbo als geheel.

    Door mijn betrokkenheid bij onderwijsontwikkeling, samenwerking met het werkveld en deelname aan de professionele leergemeenschap geef ik invulling aan wat het betekent om een professioneel en verantwoord docent te zijn binnen MBO Amersfoort: iemand die leert, deelt en verbindt.