Ik als Vak-expert
5.1 Ik als vak-expert
5.1.1 Inleiding
In mijn rol als docent bouwtechniek binnen de opleiding (Allround) Timmerman begeleid ik studenten in hun ontwikkeling tot vakmensen die met trots, kennis en inzicht hun beroep kunnen uitoefenen. Vakinhoudelijke bekwaamheid betekent voor mij niet alleen dat ik de technische kennis en begrippen beheers, maar vooral dat ik die theorie begrijpelijk, actueel en praktijkgericht weet over te brengen.
Mijn theorielessen baseer ik op het kwalificatiedossier Bouw en Infra de beroepsgerichte vaardigheden, kerntaken en werkprocessen vormen de ruggengraat van mijn onderwijs (Zie:Bijl. 18 Kwalificatie dossier bouw-infra) De sector ontwikkelt snel — met duurzaamheid, digitalisering, Wet kwaliteit borg en nieuwe materialen — en vraagt om actuele vakkennis én wendbaarheid. Daarom leren studenten bij mij niet alleen hoe iets gaat, maar vooral waarom, zodat zij theorie kunnen toepassen, onderbouwen en verantwoorden in diverse praktijksituaties.
5.1.2 Mijn vakinhoudelijke ontwikkeling
Toen ik begon als docent, lag mijn focus vooral op uitleggen: ik wilde studenten leren hoe je een balklaag berekent, een bouwtekening leest of een dakconstructie opbouwt. Naar verloop van tijd ontdekte ik dat goed lesgeven meer vraagt dan kennisoverdracht. Studenten leren pas echt wanneer ze de achterliggende principes begrijpen en ruimte krijgen om te verkennen, fouten te maken en te reflecteren.
Mijn jarenlange ervaring als allround timmerman vormt een stevige basis voor mijn theorieonderwijs. Waar ik die praktijkkennis in het begin vooral intuïtief inzette, doe ik dat nu bewust en doelgericht. Met het Didactisch Analysemodel (DA-model) zoals beschreven in het handboek van de leraar (Geerts & Van Kralingen, 2023) plan ik mijn theorielessen systematisch: ik analyseer de beginsituatie, formuleer leerdoelen, kies passende werkvormen en sluit af met evaluatie/reflectie. Zo kan ik mijn keuzes onderbouwen en bijsturen.
Ik leerde bovendien dat studenten verschillend leren: de één is gebaat bij visualisaties en schema’s, de ander bij redeneren aan de hand van praktijkvoorbeelden (foto's/filmpjes) of samenwerken (portfolio opdrachten,in tweeën of groepjes). Daarom zet ik differentiatie en persoonlijke begeleiding in om aan te sluiten bij leerbehoeften. Deze werkwijze sluit aan bij de bekwaamheidseisen volgens de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO):
-
Bekwaamheidseisen: Leraren moeten voldoen aan vastgestelde professionele competenties (zoals pedagogisch handelen, vakinhoudelijke kennis, didactiek, samenwerken in een team).
-
Bekwaamheidsdossier: Iedere leraar moet kunnen laten zien dat hij/zij bekwaam is en zich blijft ontwikkelen. Scholen zijn verantwoordelijk voor het bijhouden en stimuleren van professionalisering.
-
Professionalisering: Leraren hebben een verplichting én recht om zich blijvend te ontwikkelen (bijscholing, nascholing).
5.1.3 STARR-voorbeelden van mijn handelen als vak-expert.
In het mbo wordt vaak gebruikgemaakt van de STARR-methode als praktische invulling van systematisch reflecteren, zoals beschreven door Van Ettekoven (2023).
Voorbeeld 1 – Les Dakwerk
Situatie:
Tijdens een theorieles Dakwerk merkte ik dat studenten moeite hadden met het herkennen en verklaren van verschillende dakconstructies. De stof bleef abstract en de motivatie nam af, de studenten leiden elkaar af en zaten op hun telefoon.
Taak:
Ik wilde de les vernieuwen en studenten actiever betrekken door theorie te koppelen aan visuele analyse en groepsopdrachten.
Actie:
Ik startte met een korte, gestructureerde uitleg en toonde beeldmateriaal van daktypen. Vervolgens deelde ik de klas in groepen. Elk groepje kreeg een daktype (plat dak, lessenaar dak, zadeldak of schilddak) en onderzocht eigenschappen, materiaalkeuzes en toepassingen. Daarna presenteerden de groepen hun bevindingen en gaven elkaar feedback.
Resultaat:
De klassensfeer verbeterde zichtbaar. Studenten waren actief en konden tijdens de nabespreking kenmerken en toepassingen beter benoemen én verklaren.
Reflectie:
Ik leerde dat activerend, theoriegericht werken met visualisaties en peer-uitleg het begrip vergroot. Differentiatie en samenwerking verhoogden het leerresultaat.
(Zie: Bijl. 01 DA-Model, Bijl. 02 Lesverslag dakwerk )
Voorbeeld 2 – Les Tekeninglezen
Situatie:
In de theorieles Tekeninglezen bleek dat studenten symbolen en maten kenden, maar de samenhang met uitvoering misten.
Taak:
Ik wilde studenten inzicht geven in de functie van tekeningen en hen leren de theoretische informatie te vertalen naar uitvoerbare keuzes.
Actie:
Ik gebruikte bouwtekeningen uit mijn praktijk en besprak met de groep details, maatvoering en schaal. Daarna liet ik studenten zelfstandig een dak detail (nokdetail of muuraansluiting) uitwerken en maatvast tekenen. Ik liep rond voor gerichte vragen en gaf formatieve feedback.
Resultaat:
Studenten kregen meer grip op de rol van tekeningen, bij het leerbedrijf verwezen zij terug naar deze les en toonden zij beter begrip van detailinformatie.
Reflectie:
De combinatie theorie, geleide oefening , eigen uitwerking vergrootte begrip en trots. Positieve feedback van studenten en leermeesters bevestigde het leerrendement. De studenten zijn trots op wat ze maken en krijgen meer zelfvertrouwen om aan een nieuwe opdracht te beginnen.
(Zie: Bijl. 03 Roos van Leary B3A , Bijl. 04 Tekeningen dakwerk)
Voorbeeld 3 – Toets voorbereiding Dakwerk
Situatie:
In een theorieles ter voorbereiding op de toets Dakwerk herhaalde ik kernbegrippen met een PowerPoint. Bij terugkijken zag ik dat ik te veel informatie achter elkaar gaf en te weinig controleerde op begrip.
Taak:
Ik wilde studenten helpen de stof beter te verwerken en het eigen begrip te monitoren.
Actie:
In volgende lessen bouwde ik pauzemomenten en controlevragen in. Studenten bespraken in tweetallen wat zij begrijpen, vergeleken antwoorden en noteerden korte samenvattingen. Ik sloot af met een vraag en antwoordslang en besprak de redeneringen klassikaal.
Resultaat:
Studenten onthielden de theorie beter, stelden meer verdiepende vragen en de toets resultaten verbeterden. De betrokkenheid nam toe.
Reflectie:
Ik realiseerde me dat doseren, verwerken en checken cruciaal zijn in theorieonderwijs. Door studenten actief te laten verwoorden wat ze leren, ontstaat eigenaarschap.
(Zie: Bijl. 05 Lesbezoek Marion Veldman, Bijl. 06 Lesbezoek Sacha Tippel)
5.1.4 Theoretische onderbouwing
Mijn manier van theorielessen geven is gebaseerd op Nederlandse onderwijsliteratuur. Geerts & Van Kralingen (2023) benadrukken dat effectief onderwijs voortkomt uit een bewuste didactische analyse: beginsituatie, leerdoelen, werkvormen en evaluatie in balans. Hun DA-model helpt mij mijn theorieonderwijs doelgericht te ontwerpen.
Daarnaast sluit mijn handelen aan bij Slooter (2023) en de zes rollen van de leraar. In theorielessen combineer ik rollen: als presentator geef ik heldere uitleg, als didacticus structureer ik de leerstof en als coach/pedagoog stimuleer ik eigenaarschap en zorg ik voor een veilig leerklimaat.
Ik zie de docent als een reflectieve professional die voortdurend leert van de eigen praktijk. In mijn lessen stimuleer ik studenten om te reflecteren op hun leerproces: wat ging goed, wat vinden ze nog lastig, en wat willen ze verbeteren? Op basis van hun feedback en mijn observaties pas ik mijn instructie aan, zodat het leerproces beter aansluit bij hun behoeften.
Zoals Korthagen (2001) stelt:
“Reflectie is het vermogen om stil te staan bij eigen handelen, om daarvan te leren en dit leren weer te gebruiken voor toekomstig handelen.”
Dit uitgangspunt vormt de kern van mijn werkwijze: zowel studenten als ikzelf leren door bewust stil te staan bij ervaringen en deze om te zetten in beter handelen.
Tot slot benut ik inzichten over sociaal leren uit het Handboek voor de leraar (Geerts & Van Kralingen, 2023): door samenwerkend leren (o.a. elkaars redeneringen bij tekeninglezen) verdiepen studenten hun begrip en vergroten zij hun zelfvertrouwen.
5.1.5 Reflectie en opbrengst
De afgelopen periode groeide ik als docent vaktheorie. Ik zag dat mijn vakinhoudelijke bekwaamheid vooral tot zijn recht komt wanneer ik studenten actief betrek en hen verantwoordelijkheid laat nemen voor begrip en toepassing.
Opbrengsten:
- Duidelijkere, betekenisvollere theorielessen; studenten weten wat zij leren en waarom.
- Differentiatie en gerichte begeleiding, beter passend bij leerstijl en niveau.
- Studenten werden actiever, zelfstandiger en reflexiever.
- Positieve feedback van collega’s (opbouw, DA-logica) en studenten (heldere uitleg, directe toepasbaarheid).
Door structureel feedback te vragen (lesobservaties, nabesprekingen) werd ik me bewuster van sterke punten én ontwikkelpunten. Vakinhoudelijke bekwaamheid blijft voor mij een doorlopend leerproces.
5.1.6 Toekomstgerichtheid
Relevante thema’s voor theorielessen in (Allround)Timmeren blijven zich ontwikkelen: duurzaamheid, digitalisering, circulair bouwen, veiligheid en de wet kwaliteitsborging. Ik wil deze thema’s nadrukkelijk integreren door:
- Meer aandacht voor duurzaam energiezuinig en circulair materiaalgebruik.
- Digitalisering beter inzetten bij portfolio opbouw en de wet kwaliteitsborging;
- Theorielijnen beter te verbinden met praktijkopdrachten d.m.v. co-teaching met praktijkdocenten (workshops);
- En formatieve evaluatie verder te verankeren (leerdoelen zichtbaar, toets-wijs handelen).
Daarnaast versterk ik mijn coachende rol in theorie: studenten leren verwoorden wat zij begrijpen, onderbouwen keuzes en reflecteren op hun leerweg — passend bij toekomstgericht, verantwoordelijk vakmanschap.
5.1.7 Conclusie
Als vak-expert combineer ik mijn praktijkervaring met een nieuwsgierige, lerende houding. Door mijn onderwijs actueel, betekenisvol en studentgericht vorm te geven, draag ik bij aan het studiesucces van mijn studenten en aan de missie van MBO Amersfoort: eigentijds, ondernemend en toekomstgericht onderwijs.
Ik blijf mijzelf ontwikkelen door te leren van mijn studenten, collega’s en het werkveld. Zo groei ik niet alleen als vakman, maar vooral als docent die jonge professionals begeleidt naar vakmanschap met trots en inzicht.